Dag 6 – We komen langs Sapa en eindigen in Kisa
Blijf op de hoogte en volg Fam.
29 Juli 2016 | Zweden, Kisa
Vanochtend zijn we om 9.30 uur fris vertrokken, het was maar 19°C. Gelukkig warmde het al snel op tot zo’n 24°C. De route was prachtig over rustige wegen, tussen de bossen en meren door. Toen ik riep: “kraanvogels”, zag Reint net een parkeerplaats en reed er gauw op. Ik kon een paar foto’s maken, maar zag dat ze ons ook in de gaten hadden en toen verdwenen ze achter een heuveltje. Het landschap is hier iets heuvelachtiger, zoiets als in de Eifel. Hoe verder we naar het noorden reden, hoe rustiger het werd op de weg. In de buurt van Vetlanda, een iets grotere plaats, werd het wat drukker. Reint had al naar deze plaats geïnformeerd op zijn werk bij een Zweed, want hier zit nl. een vestiging van Sapa. Opeens zag ik een bord: Sapa gods. Tja … ik wist al dat er allemaal goden werkten, maar het zal wel goederen betekenen. De vestiging zat pal naast de weg en dus zijn we heel even afgeslagen om een leuke foto voor Reint z’n collega’s te maken en we hebben direct een broodje gegeten. De commentaren van zijn (ex-)collega’s waren niet van de lucht en varieerden van: “wie wil daar nou zijn op vakantie” tot “jammer dat je je werkkleren niet bij je hebt”. We hebben wel een Sapa-shirt bij ons, maar om nou zo op de foto te gaan dat ging ons te ver. Na 4 uurtjes kwamen we aan op Pinnart Camping in Kisa. Het ligt prachtig, uiteraard aan een meer en omgeven door naaldbomen. Ook hier zijn Nederlandse eigenaren en er is zelfs een restaurant aanwezig (waar je ook frikandellen en kroketten kunt kopen). Nadat Reint het spul had opgezet, hebben we heerlijk gerelaxt en daarna zijn we even naar het meer gelopen door een stukje bos. We zagen al gauw een mooie rode eekhoorn, die ons ook in de gaten had, maar doodstil bleef zitten. Aan de overkant van het meer zweefden af en toe roofvogels, dus qua dieren is het hier beter dan op de vorige camping. Uiteraard gingen we in het splinternieuwe camping-restaurant eten, dat prachtig is aangekleed met houten elandkoppen, plantjes en een enorme knuffel van een wild zwijn. De schnitzel met patat en sla gingen er in als koek en ook Brandon’s hamburger was prima. Ze adverteren hier met het verhuren van motorboten en we hadden al een route uitgestippeld en wisten dat Brandon dit ook leuk zou vinden, maar bij de receptie gaven ze aan dat we alleen konden kajakken of roeien. Dat lijkt ons een vermoeiende bezigheid op dit grote meer, dus dat doen we niet. Jammer maar helaas. Na het eten zijn Reint en ik nog een cache gaan zoeken bij het meer en die vonden we snel. Ook zagen we nog een grote groep jonge zaagbekken. De tweede cache lukte niet, want we konden geen pad er heen vinden, maar de wandeling voerde ons langs een manege en over hun grondgebied. Op een gegeven moment werden we omringd door paarden (die zaten wel achter een touwtje), ze waren doodnieuwsgierig en wilden best aangehaald worden. Dat geldt niet voor een waakhond die we ook tegenkwamen. Het beest stormde woest blaffend op ons af en ik dacht even dat ‘ie ging aanvallen. Op een meter afstand bleef hij staan en mijn hart sprong over. Hij liep luid grommend een rondje om ons heen, terwijl de eigenaar in de verte toekeek. Toen dacht ik: hij doet vast niks en dat was ook zo. Opeens deed ‘ie een stap naar voren, snuffelde aan onze handen en ging er weer vandoor. Pffff … ik had het bloedheet gekregen, maar Reint lachte. Ook hier is de omgeving prachtig: hoge naaldbomen, grote rotsen en een oorverdovende stilte. Maar eens kijken wat we morgen gaan doen.