Dag 4 – Onderzeeër in Karlskrona

Het weer voor vandaag was als volgt: om 10.40 was het 31°, de rest van de dag ongeveer 25° (door wat lichte bewolking) en vanavond om 21.45 uur was het nog maar 17,5°. Dat even voor alle mensen die denken dat het alleen maar koud is in het noorden. Dat Brandon vannacht bijna aan bevriezingsverschijnselen leed, dat laten we lekker achterwege, hahaha.
Ik was weer eens op tijd op omdat ik zo nodig moest en heb er direkt een wandelingetje naar het meer aan vastgeknoopt. Dat was een behoorlijk succes. Op het gras, bij het strand van de camping, struikelde ik bijna over de konijnen (of zijn het hazen? Er zat een pikzwarte bij). Het meer was rimpelloos, tot er 2 zwemmers kwamen. Even later hoorde ik een raar geluid vanaf het water, er zwommen gekke vogels … het bleken een stuk of 10 parelduikers te zijn. Superleuk natuurlijk, want ik heb er weer een soort bij (sorry pap, ik loop je uit en er volgt later nog meer). Halverwege de ochtend stapten we in de auto voor een ritje van ca. 25 km. naar Karlskrona, de stad met de meeste zonuren van Zweden. Als eerste liepen we door de haven en zag ik mijn 2e nieuwe vogelsoort (eiders), ze zwommen er in tientallen. Daarna gingen we naar het marinemuseum. Nou zijn wij niet van die boten-fans, maar we hoorden dat het gratis was en daar zijn we wel fan van. Bovendien zou er een onderzeeër zijn, waar je in kan. Dat vond onze Brandon wel een leuk idee, gelukkig. Als entreekaart krijg je een sticker, die mooi van pas komt in ons fotoboek. Het was een prachtig opgezet museum, met leuke dingen om te zien (de doorsnee van een eeuwenoud schip en enorme boegbeelden) en om te doen (bv. een stoommachine die je zelf aan kon zetten of knopen leren maken). De moderne techniek (tv’s en camera’s) lieten diverse beelden zien, er was een verzamelingen marinierspetten en er was veel te zien over oorlogen. Bij het hoogtepunt, de submarine, stond een redelijke rij mensen te wachten en de mannen gaven het al bijna op, maar ik hield vol: eerst kijken hoe snel er mensen in gingen en hoeveel en toen viel het eigenlijk erg mee. We zaten er in no-time in. Ondanks dat de Neptun een gigantisch gevaarte is, ben je er snel doorheen. Maar leuk dat het was! Erg krap natuurlijk en op een gegeven moment moest je door een soort patrijspoort stappen om verder te kunnen. Er werkten in de tijd van de Koude Oorlog 25 mensen aan boord en als je dan het keukentje ziet, dan is het onvoorstelbaar dat ze iets fatsoenlijks te eten kregen. De keuken in de caravan is ruimer! Hierna zijn we richting het centrum gelopen voor iets lekkers, dat werd een heerlijke hamburger (3 voor € 18 Euro – bij een marktkraampje). De musjes genoten er ook van, want ze zaten met tientallen om ons heen en pikten de kruimels van Reint z’n voet. Het historisch centrum staat op de lijst van Unesco en was mooi, maar niet heel bijzonder. Brandon wilde ook graag naar de winkels, maar dat viel een beetje tegen voor hem. Er waren er niet veel en die er zijn … zijn duur of niet leuk genoeg. Na 3 uur zijn we dus weer richting de auto gegaan.
Omdat er hier weinig restaurants zijn, hebben we besloten zelf maar wat te maken. We hebben volgens mij voor het eerst in de caravan gekookt, eerst een roerei met tuinkruiden en daarna een pasta met kaassaus (uit een zakje, hoor). Daarna zijn Reint en ik nog een eindje langs het meer gelopen, een leuke route. Je loopt een meter of vijf van het meer af, tussen de bosjes en bomen door, over een heel klein paadje. Hij wilde nog een paar caches zoeken en dat lukte. Jammer dat mensen de “schatten” er wel uit halen, maar er dan denne-appels voor terug leggen. Die wil toch niemand, ze liggen hier bij miljoenen op de grond. Morgen gaan we weer een ander leuk uitstapje doen. Iedereen bedankt voor de reacties, altijd leuk om wat te horen (Tally: het is idd goedkoper om wild te kamperen en dat mag hier ook, maar na verhalen over Oost-Europeanen die je dan bedwelmen in je sleurhut en je beroven … nee, dank je feestelijk).